Wie niet vies is van fysiek zwaar werk kan wat dat betreft over het algemeen goed terecht aan de randen van Nederland. Werknemers die daar fysiek zwaar werk verrichten, werken ook weinig zelfstandig. Dat blijkt uit de CBS-publicatie ‘Meer zicht op de regionale variatie in arbeidsomstandigheden’.
Het aandeel werknemers met fysiek zwaar werk is relatief hoog in de zogenoemde Corop-gebieden aan de randen van Nederland. In 2022 was Delfzijl en omgeving koploper met een aandeel dat 18,2 procentpunt hoger ligt dan het landelijke percentage werknemers met fysiek zwaar werk, dat op 37,8 procent ligt.Â
Waar fysiek zwaar werk?
Behalve Delfzijl en omgeving hebben ook de volgende Corop-gebieden een relatief groot aandeel werknemers met fysiek zwaar werk; in procentpunten ten opzichte van het landelijk gemiddelde zijn dat: Oost-Groningen (+8,4), Zuidoost-Drenthe (+7,6), Zeeuws-Vlaanderen (+7,5), Zuidwest-Friesland (+7,3), Kop van Noord-Holland (+6,9), Overig-Zeeland (+6,5) en Midden-Limburg (+6,3). Gebieden met een relatief laag aandeel fysiek zwaar werk zijn Groot-Amsterdam (-7,0 procentpunt), Utrecht (-6,8 procentpunt) en Gooi en Vechtstreek (-6,5 procentpunt).
Werkdruk
Weinig verrassend is dat in het noordelijk deel van de randstad het aandeel werknemers met fysiek zwaar werk en weinig autonomie relatief laag is. Wat werkdruk betreft zijn er verschillen tussen West- en Oost-Nederland: in het westen ervaart een groter aandeel werknemers hoge werkdruk.
Lees ook: ‘20 procent werkende mantelzorgers zit tegen een burn-out aan’
20 procent van de werkende mantelzorgers dreigt een burn-out te krijgen. De helft van alle mantelzorgers merkt dat de druk op hen steeds meer toeneemt door personeelstekorten in de zorg. En voor 58 procent valt de combinatie van werk en mantelzorg steeds zwaarder.
