De meeste tweeverdieners vinden het geen probleem als hun inkomen niet gelijkwaardig is. Voor het evenwicht in hun relatie hoeft dat niet per se een verbetering te zijn, geven ze aan. Al vinden meer vrouwen dan mannen het beter als zo’n evenwicht er wel is. 

Ook al is het aandeel van vrouwen gemiddeld lager in het gezamenlijke inkomen, bij de meeste tweeverdieners zijn beide partners wel financieel onafhankelijk – ongeacht of ze kinderen hebben of niet. Dit en meer blijkt uit een onderzoek naar inkomens van tweeverdieners dat het CBS onlangs publiceerde. 

Verhouding inkomen tweeverdieners

Bij slechts 16 procent van de 2,4 miljoen tweeverdienersparen blijken beide partners ongeveer evenveel te verdienen. Gemiddeld zorgen vrouwen voor 37 procent van het gezamenlijke inkomen. Bij vrouwen van stellen zonder kinderen met een hoofdkostwinner die jonger is dan 45 jaar, is dat aandeel het hoogst: 44 procent. Heeft een paar tweeverdieners kinderen van 18 jaar of ouder, dan is het aandeel van de moeders gemiddeld het laagst. 

Vrouwen werken meestal minder

Bij tweeverdieners werkt meestal de ene partner (vaak de man) fulltime en de andere partner (vaak de vrouw) parttime (minder dan 35 uur per week). Wat inkomen betreft waren zowel de mannelijke als de vrouwelijke tweeverdieners in 2021 voor het merendeel financieel onafhankelijk; dat wil zeggen dat ze toen minstens het minimumloon (€ 1.540 netto) verdienden. Vrouwen verdienden overigens gemiddeld 1,4 keer het minimumloon en mannen 2,1 keer. 

Lees ook: ‘Werk en zorg nog steeds ongelijk verdeeld in meeste gezinnen’

Genoeg verdienen om zichzelf en eventuele kinderen te kunnen onderhouden, vindt 72 procent van de vrouwelijke tweeverdieners zeer belangrijk. Een vrijwel even hoog percentage is in de praktijk ook financieel onafhankelijk. Van de vrouwelijke tweeverdieners zegt 54 procent dat hun inkomen noodzakelijk is om rond te komen. Bij de mannen is dat 75 procent.