Plaagdierenbestrijder

Eric van Lieshout plaatst langs de slootkant een rattenval. (Ton Dijkstra / BDU)

Van Lieshout heeft een eigen bedrijf als plaagdierenbeheerser, Schildwacht Plaagdierenbeheersing. “Ik ben het vak als het ware ingerold.” Hij nam het bedrijf over van zijn schoonvader. “Hij was vroeger imker. Hij kreeg vaak vragen van mensen over hoe ze wespen konden bestrijden. Hij haalde wespennesten weg en ik hielp hem daarbij. In die tijd werd gewoon nog gesproken over ongediertebestrijding. Het was destijds een vrij vak, iedereen kon het doen. Later veranderde dat, toen kwam er wet- en regelgeving en moest je een opleiding volgen.” Toen zijn schoonvader stopte, zag hij Van Lieshout als opvolger. “Ik heb daarvoor eerst netjes een opleiding gevolgd, om te leren hoe je plaagdieren moet bestrijden. Mijn schoonvader had geen vaste klantenkring, dus in eerste instantie heb ik het werk naast een baan als taxichauffeur gedaan. Ik werkte twee dagen op de taxi en drie dagen als plaagdierenbestrijder, tot mijn klantenkring groot genoeg was. Ik werk voor bedrijven, instanties en particulieren.”

PREVENTIE In de loop der jaren is er het nodige veranderd in zijn vak. “Kijk alleen maar naar de naam: van ongediertebestrijder ben ik plaagdierenbeheerser. De nadruk komt meer en meer te liggen op de preventie. Het gaat vaker om het adviseren van mensen over hoe ze overlast door plaagdieren kunnen voorkomen. Er gelden strengere eisen wat betreft het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Sommige middelen die we vroeger gebruikten, mogen niet meer. Een aantal dieren dat voor overlast zorgt, mag niet worden bestreden. Dat geldt bijvoorbeeld voor vogels en steenmarters. In deze regio hebben we gelukkig niet veel last van steenmarters, die wil je echt niet in je huis hebben. Je mag er echter nauwelijks iets tegen doen. Hetzelfde geldt voor meeuwen en duiven. In Haarlem hebben we een meeuwenprobleem; in Amsterdam geldt dat voor verwilderde duiven. Buiten het gebruik van pinnen op de gevel, die voorkomen dat de duivel op de gevel gaan zitten, de inzet van roofvogels (al dan niet in vliegervorm) is er weinig tegen de duiven te doen. Ik heb soms mijn vraagtekens bij bepaalde regels. Ze lijken door iemand achter een bureau, die ver af staat van de praktijk, te zijn verzonnen. Het vak is door de veranderingen niet altijd leuker op geworden. Maar het is nu eenmaal de realiteit. Als professional dien je je aan de regels te houden.” Voor zijn werk komt hij overal. “Van patatbakker tot luxe restaurant, van tbs-kliniek tot gemeente: ik werk voor verschillende opdrachtgevers, door heel het land. Ook voor particulieren.”

RUSH Hij is dus veel onderweg. “Ik heb altijd mijn camera bij me. Als er in de buurt een ongeluk is gebeurd en ik heb tijd, dan ga ik even snel wat foto’s maken. Vroeger gaf het me echt een rush: als ik een melding kreeg, wilde ik er zo snel mogelijk zijn. Ik heb in die vijftien jaar nooit een boete gehad, want ik wilde niet zelf degene op de foto zijn.. Ik kon er echter wel van balen als ik iets had gemist. Zo heb ik van het ongeluk met het vliegtuig van Turkish Airlines dat op 25 februari 2009 neerkwam in de buurt van Schiphol geen enkele foto gemaakt. Ik zat aan de andere kant van het land. Het is vaak ook een kwestie van geluk hebben. In juli 2020 vond een schietpartij plaats voor een appartementencomplex in de Opaallaan. Vijf minuten bij mij vandaan. Ik was snel ter plaatse. De politieactie was nog in volle gang, er kon iemand worden aangehouden. Ook van de arrestatie kon ik foto’s maken. Dat zijn de leuke momenten van het vak.”

AFZETLINT Na vijftien jaar heeft Van Lieshout zo’n beetje alles meegemaakt. “Ik heb inmiddels alles wel een keertje gezien. Het grijpt me dan ook niet enorm aan. Dat zou anders zijn wanneer het om een bekende zou gaan.” Als 112 fotograaf moet je op goede voet staan met de hulpdiensten. “Ik heb daar nooit problemen mee gehad. Een afzetlintje hangt er immers niet voor niets. Mocht ik dichterbij willen, dan vraag ik het. Soms is het antwoord nee. Daar houd ik me dan netjes aan.” Niet iedereen is positief over zijn vakgebied als calamiteitenfotograaf. “Ik zorg er echter voor dat slachtoffers op mijn foto’s altijd onherkenbaar in beeld zijn. Ik maak geen foto’s van gezichten. Tegelijkertijd mag je overal foto’s maken op straat. Ik fotografeer enkel wat er gebeurd is, ben geen veroorzaker van de situatie. Ik word overigens ook wel eens benaderd door mensen, wanneer ik foto’s van een ongeval heb gemaakt. Ze willen in zo’n geval graag de foto’s voor de verzekering gebruiken.”

PERSBUREAU Foto’s van Eric van Lieshout zijn regelmatig terug te vinden in de huis-aan-huisbladen van BDU, maar hij fotografeert ook voor andere media. “We hebben inmiddels een team aan fotografen. Onze foto’s zijn onder andere terug te vinden op www.112meerlanden.nl.”

Bekijk ook

Plaagdierenbestrijder

Eric van Lieshout plaatst langs de slootkant een rattenval. (Ton Dijkstra / BDU)

Van Lieshout heeft een eigen bedrijf als plaagdierenbeheerser, Schildwacht Plaagdierenbeheersing. “Ik ben het vak als het ware ingerold.” Hij nam het bedrijf over van zijn schoonvader. “Hij was vroeger imker. Hij kreeg vaak vragen van mensen over hoe ze wespen konden bestrijden. Hij haalde wespennesten weg en ik hielp hem daarbij. In die tijd werd gewoon nog gesproken over ongediertebestrijding. Het was destijds een vrij vak, iedereen kon het doen. Later veranderde dat, toen kwam er wet- en regelgeving en moest je een opleiding volgen.” Toen zijn schoonvader stopte, zag hij Van Lieshout als opvolger. “Ik heb daarvoor eerst netjes een opleiding gevolgd, om te leren hoe je plaagdieren moet bestrijden. Mijn schoonvader had geen vaste klantenkring, dus in eerste instantie heb ik het werk naast een baan als taxichauffeur gedaan. Ik werkte twee dagen op de taxi en drie dagen als plaagdierenbestrijder, tot mijn klantenkring groot genoeg was. Ik werk voor bedrijven, instanties en particulieren.”

PREVENTIE In de loop der jaren is er het nodige veranderd in zijn vak. “Kijk alleen maar naar de naam: van ongediertebestrijder ben ik plaagdierenbeheerser. De nadruk komt meer en meer te liggen op de preventie. Het gaat vaker om het adviseren van mensen over hoe ze overlast door plaagdieren kunnen voorkomen. Er gelden strengere eisen wat betreft het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Sommige middelen die we vroeger gebruikten, mogen niet meer. Een aantal dieren dat voor overlast zorgt, mag niet worden bestreden. Dat geldt bijvoorbeeld voor vogels en steenmarters. In deze regio hebben we gelukkig niet veel last van steenmarters, die wil je echt niet in je huis hebben. Je mag er echter nauwelijks iets tegen doen. Hetzelfde geldt voor meeuwen en duiven. In Haarlem hebben we een meeuwenprobleem; in Amsterdam geldt dat voor verwilderde duiven. Buiten het gebruik van pinnen op de gevel, die voorkomen dat de duivel op de gevel gaan zitten, de inzet van roofvogels (al dan niet in vliegervorm) is er weinig tegen de duiven te doen. Ik heb soms mijn vraagtekens bij bepaalde regels. Ze lijken door iemand achter een bureau, die ver af staat van de praktijk, te zijn verzonnen. Het vak is door de veranderingen niet altijd leuker op geworden. Maar het is nu eenmaal de realiteit. Als professional dien je je aan de regels te houden.” Voor zijn werk komt hij overal. “Van patatbakker tot luxe restaurant, van tbs-kliniek tot gemeente: ik werk voor verschillende opdrachtgevers, door heel het land. Ook voor particulieren.”

RUSH Hij is dus veel onderweg. “Ik heb altijd mijn camera bij me. Als er in de buurt een ongeluk is gebeurd en ik heb tijd, dan ga ik even snel wat foto’s maken. Vroeger gaf het me echt een rush: als ik een melding kreeg, wilde ik er zo snel mogelijk zijn. Ik heb in die vijftien jaar nooit een boete gehad, want ik wilde niet zelf degene op de foto zijn.. Ik kon er echter wel van balen als ik iets had gemist. Zo heb ik van het ongeluk met het vliegtuig van Turkish Airlines dat op 25 februari 2009 neerkwam in de buurt van Schiphol geen enkele foto gemaakt. Ik zat aan de andere kant van het land. Het is vaak ook een kwestie van geluk hebben. In juli 2020 vond een schietpartij plaats voor een appartementencomplex in de Opaallaan. Vijf minuten bij mij vandaan. Ik was snel ter plaatse. De politieactie was nog in volle gang, er kon iemand worden aangehouden. Ook van de arrestatie kon ik foto’s maken. Dat zijn de leuke momenten van het vak.”

AFZETLINT Na vijftien jaar heeft Van Lieshout zo’n beetje alles meegemaakt. “Ik heb inmiddels alles wel een keertje gezien. Het grijpt me dan ook niet enorm aan. Dat zou anders zijn wanneer het om een bekende zou gaan.” Als 112 fotograaf moet je op goede voet staan met de hulpdiensten. “Ik heb daar nooit problemen mee gehad. Een afzetlintje hangt er immers niet voor niets. Mocht ik dichterbij willen, dan vraag ik het. Soms is het antwoord nee. Daar houd ik me dan netjes aan.” Niet iedereen is positief over zijn vakgebied als calamiteitenfotograaf. “Ik zorg er echter voor dat slachtoffers op mijn foto’s altijd onherkenbaar in beeld zijn. Ik maak geen foto’s van gezichten. Tegelijkertijd mag je overal foto’s maken op straat. Ik fotografeer enkel wat er gebeurd is, ben geen veroorzaker van de situatie. Ik word overigens ook wel eens benaderd door mensen, wanneer ik foto’s van een ongeval heb gemaakt. Ze willen in zo’n geval graag de foto’s voor de verzekering gebruiken.”

PERSBUREAU Foto’s van Eric van Lieshout zijn regelmatig terug te vinden in de huis-aan-huisbladen van BDU, maar hij fotografeert ook voor andere media. “We hebben inmiddels een team aan fotografen. Onze foto’s zijn onder andere terug te vinden op www.112meerlanden.nl.”