Oude ambacht ’touwslaan’ vergt héél veel vakkennis

Willemjoost Deetman van de familie Deetman touwslager
  • Home
  • Artikel
  • Oude ambacht ’touwslaan’ vergt héél veel vakkennis

ELSPEET Inmiddels is de zevende generatie van de familie Deetman touwslager. Een ambachtelijk vak, dat veel materiaal- en techniekkennis vraagt. Willemjoost Deetman is ermee opgegroeid en leerde het vak van zijn vader. ,,Ik weet eigenlijk niet beter”, aldus Deetman. ,,Het is een mooi vak, ik houd ervan om een product te maken van begin tot eind.”

De touwslagerij van de gebroeders Deetman bevindt zich sinds het jaar 1745 aan de Havenstraat in de gedempte binnengracht van de voormalige Hanzestad Elburg. ,,Hiervoor, in 1725, bevond de touwslagerij zich achter de kerk”, vertelt Deetman. ,,De verplaatsing heeft waarschijnlijk te maken met de koude oostenwind. Hier bij de haven is het meer beschut.”

PRIMITIEFSTE MANIER Touwslager Deetman in Elburg is de enige – naast een touwslager in Gorssel – die touwen slaat op de oude manier. ,,Het is de primitiefste manier”, licht Deetman toe. ,,Wij schuiven met een slee over de grond en de slee is verzwaard met zwerfkeien. Met de nieuwere manier trek je de draden met het touwrek over rails. De oude manier betekent een lagere productie. De nieuwe manier hebben we een tijdje toegepast, maar dat houdt in dat je extra mensen nodig hebt. Ik doe het liever zelf. Naast het draden trekken is er evengoed nog veel handwerk.”

LEGUAAN Dat handwerk zit hem vooral in het maken van de kabelaring en de leguaan. ,,De kabelaring is een dikke kabel die gebruikt wordt als stootrand”, legt Deetman uit. ,,Wij maken kabelaringen pas 40 jaar, daarvoor niet. Hoe ik een kabelaring maak, is een manier die nergens ter wereld gebruikt wordt. Het gaat om de binnendraden, hoe die gedraaid worden. Door het draaien maken de draden omwentelingen en ontstaan er verschillende lengtes. Dit moet je eigenlijk zien tijdens het proces, het is moeilijk uit te leggen; er is geen touw aan vast te knopen zogezegd.”

MATERIALEN Er zijn veel verschillende materialen waarvan touw gemaakt wordt: ,,Veel mensen denken dat er vroeger vooral hennep gebruikt werd”, aldus Deetman. ,,Dat was in de VOC-tijd, later werd gewerkt met manilla, dat zijn de nerven van een boomblad, de wilde bananenboom. Het groeide op de Filipijnen, vandaar de naam. Hennep werd trouwens wel gebruikt voor het sim, een lijn aan visnetten. Nettenmakers vroegen daarom. Sisal werd gebruikt voor koetouwen. Toen de koeien de loopstal kregen en touwen vervangen werden door kettingen of staaldraad en kunststof, was die handel voorbij. Toen vervolgens de Zuiderzee IJsselmeer werd en de vissers niet meer uit vissen gingen, werd het flink minder met het leveren van touwen.”

WATERSPORT ,,Mijn vader had er een boerderij bij, maar na de inpoldering was de touwslagerij ‘erbij’, dat stelde niet veel meer voor. De boerderij ging ook weg en toen kwam rond 1970 de watersport in opmars. Hierdoor hadden we weer werk. Voor de watersport maakten we veel verschillende soorten touwen, toen werd de kabelaring nog van kokos gemaakt, dat is taai en houdbaar. Nu is het kunststof. Voor zeilen maakten we lijken, dat is een touw dat langs het zeil genaaid wordt, en ook zeilen voor molens. Dat moesten stabiele touwen zijn, die mochten niet ‘werken’, want als het kapot ging, sloeg het zeil los, de zogenaamde lijkslag.”

“In die tijd maakten we ook tuig voor de botters en door het groeiend aantal waterrecreanten is de winkel ontstaan, dat was niet gepland”, vervolgt Deetman. ,,We verkochten bij de touwen ook ander materiaal, veel gegalvaniseerd, later roestvrij staal, katrolletjes en dergelijke. De winkel is nu dicht, maar we draaien nog steeds touw, vooral de kabelaringen. We hebben zelf een methode kunnen ontwikkelen om ze te maken en nu is de kabelaring onze specialiteit. Op het moment ben ik er erg druk mee, het lijkt wel of ze allemaal tegelijk vervangen moeten worden. Of het een sierrand of een stootrand is, ligt aan de schipper. Hoe zuinig is hij erop; sommige gaan wel 50 jaar mee.”

AANZIEN Voor de kabelaring heeft Deetman klanten uit het hele land. ,,Veel uit het westen, een echte liefhebber heeft een boot met een kabelaring, een vlet of een doerak. Een mooie kabelaring met leguaan heeft voor sommige mensen enorm aanzien. Vroeger werkten we voor visserij en landbouw,voor hun broodwinning, nu werken we voor de pleziervaart, voor luxe.”

TOEKOMST De opleiding touwslager bestaat niet en de toekomst van het ambacht is onzeker. ,,Ik voel wel een soort melancholie of een soort spijt dat het vak verdwijnt”, zegt Deetman. ,,Een machine instellen is heel iets anders dan handmatig een touw maken. Je hebt voor beide vakkennis nodig en materiaalkennis, maar machinaal is heel anders. Het is natuurlijk ook een kwestie van vraag en aanbod, net als het vak van smid of palingroker. Verandering gaat door de eeuwen heen.”

Bekijk ook

Oude ambacht ’touwslaan’ vergt héél veel vakkennis

Willemjoost Deetman van de familie Deetman touwslager
  • Home
  • Artikel
  • Oude ambacht ’touwslaan’ vergt héél veel vakkennis

ELSPEET Inmiddels is de zevende generatie van de familie Deetman touwslager. Een ambachtelijk vak, dat veel materiaal- en techniekkennis vraagt. Willemjoost Deetman is ermee opgegroeid en leerde het vak van zijn vader. ,,Ik weet eigenlijk niet beter”, aldus Deetman. ,,Het is een mooi vak, ik houd ervan om een product te maken van begin tot eind.”

De touwslagerij van de gebroeders Deetman bevindt zich sinds het jaar 1745 aan de Havenstraat in de gedempte binnengracht van de voormalige Hanzestad Elburg. ,,Hiervoor, in 1725, bevond de touwslagerij zich achter de kerk”, vertelt Deetman. ,,De verplaatsing heeft waarschijnlijk te maken met de koude oostenwind. Hier bij de haven is het meer beschut.”

PRIMITIEFSTE MANIER Touwslager Deetman in Elburg is de enige – naast een touwslager in Gorssel – die touwen slaat op de oude manier. ,,Het is de primitiefste manier”, licht Deetman toe. ,,Wij schuiven met een slee over de grond en de slee is verzwaard met zwerfkeien. Met de nieuwere manier trek je de draden met het touwrek over rails. De oude manier betekent een lagere productie. De nieuwe manier hebben we een tijdje toegepast, maar dat houdt in dat je extra mensen nodig hebt. Ik doe het liever zelf. Naast het draden trekken is er evengoed nog veel handwerk.”

LEGUAAN Dat handwerk zit hem vooral in het maken van de kabelaring en de leguaan. ,,De kabelaring is een dikke kabel die gebruikt wordt als stootrand”, legt Deetman uit. ,,Wij maken kabelaringen pas 40 jaar, daarvoor niet. Hoe ik een kabelaring maak, is een manier die nergens ter wereld gebruikt wordt. Het gaat om de binnendraden, hoe die gedraaid worden. Door het draaien maken de draden omwentelingen en ontstaan er verschillende lengtes. Dit moet je eigenlijk zien tijdens het proces, het is moeilijk uit te leggen; er is geen touw aan vast te knopen zogezegd.”

MATERIALEN Er zijn veel verschillende materialen waarvan touw gemaakt wordt: ,,Veel mensen denken dat er vroeger vooral hennep gebruikt werd”, aldus Deetman. ,,Dat was in de VOC-tijd, later werd gewerkt met manilla, dat zijn de nerven van een boomblad, de wilde bananenboom. Het groeide op de Filipijnen, vandaar de naam. Hennep werd trouwens wel gebruikt voor het sim, een lijn aan visnetten. Nettenmakers vroegen daarom. Sisal werd gebruikt voor koetouwen. Toen de koeien de loopstal kregen en touwen vervangen werden door kettingen of staaldraad en kunststof, was die handel voorbij. Toen vervolgens de Zuiderzee IJsselmeer werd en de vissers niet meer uit vissen gingen, werd het flink minder met het leveren van touwen.”

WATERSPORT ,,Mijn vader had er een boerderij bij, maar na de inpoldering was de touwslagerij ‘erbij’, dat stelde niet veel meer voor. De boerderij ging ook weg en toen kwam rond 1970 de watersport in opmars. Hierdoor hadden we weer werk. Voor de watersport maakten we veel verschillende soorten touwen, toen werd de kabelaring nog van kokos gemaakt, dat is taai en houdbaar. Nu is het kunststof. Voor zeilen maakten we lijken, dat is een touw dat langs het zeil genaaid wordt, en ook zeilen voor molens. Dat moesten stabiele touwen zijn, die mochten niet ‘werken’, want als het kapot ging, sloeg het zeil los, de zogenaamde lijkslag.”

“In die tijd maakten we ook tuig voor de botters en door het groeiend aantal waterrecreanten is de winkel ontstaan, dat was niet gepland”, vervolgt Deetman. ,,We verkochten bij de touwen ook ander materiaal, veel gegalvaniseerd, later roestvrij staal, katrolletjes en dergelijke. De winkel is nu dicht, maar we draaien nog steeds touw, vooral de kabelaringen. We hebben zelf een methode kunnen ontwikkelen om ze te maken en nu is de kabelaring onze specialiteit. Op het moment ben ik er erg druk mee, het lijkt wel of ze allemaal tegelijk vervangen moeten worden. Of het een sierrand of een stootrand is, ligt aan de schipper. Hoe zuinig is hij erop; sommige gaan wel 50 jaar mee.”

AANZIEN Voor de kabelaring heeft Deetman klanten uit het hele land. ,,Veel uit het westen, een echte liefhebber heeft een boot met een kabelaring, een vlet of een doerak. Een mooie kabelaring met leguaan heeft voor sommige mensen enorm aanzien. Vroeger werkten we voor visserij en landbouw,voor hun broodwinning, nu werken we voor de pleziervaart, voor luxe.”

TOEKOMST De opleiding touwslager bestaat niet en de toekomst van het ambacht is onzeker. ,,Ik voel wel een soort melancholie of een soort spijt dat het vak verdwijnt”, zegt Deetman. ,,Een machine instellen is heel iets anders dan handmatig een touw maken. Je hebt voor beide vakkennis nodig en materiaalkennis, maar machinaal is heel anders. Het is natuurlijk ook een kwestie van vraag en aanbod, net als het vak van smid of palingroker. Verandering gaat door de eeuwen heen.”