Leeftijd niet van invloed bij WW’er die weer langdurig aan het werk kan

maakt leeftijd uit bij nieuwe baan?
  • Home
  • Artikel
  • Leeftijd niet van invloed bij WW’er die weer langdurig aan het werk kan

73 procent van de mensen die vanuit de WW een baan in loondienst vonden, bleef in 2021 meer dan een jaar aan het werk. Dit blijkt uit onderzoek van UWV. Dat percentage is hoger dan in 2018 (69 procent), 2019 (65 procent) en 2020 (68 procent). Bij het langdurig aan het werk gaan vanuit de WW speelt leeftijd geen rol.

De toename van het aantal werkhervatters – zoals UWV degenen noemt die na een WW-uitkering weer aan de slag gaan – dat weer langdurig werkt, hangt waarschijnlijk samen met het economisch herstel na de coronacrisis en de krapte op de arbeidsmarkt. “Werkhervatting kan van lange of korte duur zijn”, zegt Lambrecht van Eekelen, arbeidsmarktadviseur bij UWV. “Een kortdurende werkhervatting lost het probleem van werkloosheid maar tijdelijk op. Daarom is het belangrijk om hier meer inzicht in te krijgen.”

De meeste mensen die in 2021 vanuit de WW werk vonden, hadden een tijdelijk contract of werkten als uitzendkracht. Bij beide groepen bleef een ruime meerderheid langer dan een jaar aan het werk: respectievelijk 78 en 61 procent. 

Vast contract of flexwerk

“De werkvatters met een tijdelijk contract kunnen vaak door met een vast contract”, vertelt Van Eekelen. “Werkhervatters met een uitzendcontract komen vaker zonder werk te zitten, omdat hun contract in de eerste twaalf maanden wordt beëindigd. Werkgevers zetten vaak uitzendkrachten in om meer flexibiliteit te hebben in de personeelsomvang, bijvoorbeeld vanwege seizoenswerk of tijdelijke fluctuaties in de hoeveelheid werk en schommelingen in de bedrijfsdrukte. Of ze vervangen afwezige werknemers. Daardoor hebben uitzendkrachten minder vaak voor langere duur werk.”

Werkhervatters die verhoudingsgewijs weinig uren per week werken, blijven minder vaak langdurig werken. Dit geldt ook voor werkhervatters die het minimumloon verdienen. Zij blijven in veel gevallen korter aan het werk dan werkhervatters met een hoger uurloon. Ook werkhervatters met een uitvoerend bouwberoep of agrarisch beroep blijven minder vaak langer dan een jaar aan het werk. Bij deze beroepen gaat het vaak om seizoensarbeid, waardoor er niet het hele jaar door werk is.

Leeftijd speelt geen rol

Het aantal uur dat iemand werkt, het loon en het beroep spelen een rol bij het langdurig aan het werk gaan vanuit de WW, de leeftijd van iemand is niet van invloed. 55-plussers zijn gemiddeld wel langer werkloos dan andere leeftijdsgroepen, maar als zij vanuit de WW in loondienst gaan werken, blijven ze net zo vaak langdurig aan het werk als jongere mensen. 

Ook interessant: ‘Medewerkers behouden is het nieuwe werven, maar dat dringt nauwelijks door bij werkgevers’

Bekijk ook

Leeftijd niet van invloed bij WW’er die weer langdurig aan het werk kan

maakt leeftijd uit bij nieuwe baan?
  • Home
  • Artikel
  • Leeftijd niet van invloed bij WW’er die weer langdurig aan het werk kan

73 procent van de mensen die vanuit de WW een baan in loondienst vonden, bleef in 2021 meer dan een jaar aan het werk. Dit blijkt uit onderzoek van UWV. Dat percentage is hoger dan in 2018 (69 procent), 2019 (65 procent) en 2020 (68 procent). Bij het langdurig aan het werk gaan vanuit de WW speelt leeftijd geen rol.

De toename van het aantal werkhervatters – zoals UWV degenen noemt die na een WW-uitkering weer aan de slag gaan – dat weer langdurig werkt, hangt waarschijnlijk samen met het economisch herstel na de coronacrisis en de krapte op de arbeidsmarkt. “Werkhervatting kan van lange of korte duur zijn”, zegt Lambrecht van Eekelen, arbeidsmarktadviseur bij UWV. “Een kortdurende werkhervatting lost het probleem van werkloosheid maar tijdelijk op. Daarom is het belangrijk om hier meer inzicht in te krijgen.”

De meeste mensen die in 2021 vanuit de WW werk vonden, hadden een tijdelijk contract of werkten als uitzendkracht. Bij beide groepen bleef een ruime meerderheid langer dan een jaar aan het werk: respectievelijk 78 en 61 procent. 

Vast contract of flexwerk

“De werkvatters met een tijdelijk contract kunnen vaak door met een vast contract”, vertelt Van Eekelen. “Werkhervatters met een uitzendcontract komen vaker zonder werk te zitten, omdat hun contract in de eerste twaalf maanden wordt beëindigd. Werkgevers zetten vaak uitzendkrachten in om meer flexibiliteit te hebben in de personeelsomvang, bijvoorbeeld vanwege seizoenswerk of tijdelijke fluctuaties in de hoeveelheid werk en schommelingen in de bedrijfsdrukte. Of ze vervangen afwezige werknemers. Daardoor hebben uitzendkrachten minder vaak voor langere duur werk.”

Werkhervatters die verhoudingsgewijs weinig uren per week werken, blijven minder vaak langdurig werken. Dit geldt ook voor werkhervatters die het minimumloon verdienen. Zij blijven in veel gevallen korter aan het werk dan werkhervatters met een hoger uurloon. Ook werkhervatters met een uitvoerend bouwberoep of agrarisch beroep blijven minder vaak langer dan een jaar aan het werk. Bij deze beroepen gaat het vaak om seizoensarbeid, waardoor er niet het hele jaar door werk is.

Leeftijd speelt geen rol

Het aantal uur dat iemand werkt, het loon en het beroep spelen een rol bij het langdurig aan het werk gaan vanuit de WW, de leeftijd van iemand is niet van invloed. 55-plussers zijn gemiddeld wel langer werkloos dan andere leeftijdsgroepen, maar als zij vanuit de WW in loondienst gaan werken, blijven ze net zo vaak langdurig aan het werk als jongere mensen. 

Ook interessant: ‘Medewerkers behouden is het nieuwe werven, maar dat dringt nauwelijks door bij werkgevers’