‘Geen vak, maar een leven’: Peter en Belia hebben een oliebollenkraam

werken in een oliebollenkraam
Peter en Belia in hun oliebollenkraam: “Het maken van oliebollen is een ambacht, vinden we. Dat doen we gewoon met de hand.” (Foto: Naomi Heidinga)
  • Home
  • Artikel
  • ‘Geen vak, maar een leven’: Peter en Belia hebben een oliebollenkraam

Peter en Belia Verbruggen staan met een oliebollenkraam in het Stadshart van Amstelveen. Ze staan er van november tot januari. Best een lange tijd, vindt het stel, dat houdt van afwisseling. In de zomer hebben ze een eigen attractie op de kermis. Daarmee reizen ze heel Nederland door.

door Naomi Heidinga

De ouders van Belia hadden ook een oliebollenkraam. Ze is als het ware in het vak gerold. Ze wilde aanvankelijk wel wat anders, maar toen hielden haar ouders er op vrij jonge leeftijd mee op. “Mijn moeder was ziek, dus ze stopten noodgedwongen toen ze 58 jaar oud waren.” Bovendien was Belia in de tussentijd Peter tegengekomen. Zijn moeder kwam uit de kermiswereld, dus hij was daar bekend mee en zag het wel zitten om de kraam van zijn schoonouders over te nemen. Belia vond het zonde om het bedrijf verloren te laten gaan. Daarmee was hun toekomst bezegeld. “In ons eerste huwelijksjaar hebben we deze kraam gekocht”, vertelt Peter. Die hebben ze inmiddels 23 jaar.

De regelmaat van een oliebollenkraam

Ze staan al jaren in Amstelveen. In het verleden hadden ze ook een kraam in Amsterdam, maar die heeft hun zoon overgenomen. Hij heeft er een rupsbaan bij, een attractie waarmee hij buiten het oliebollenseizoen op de kermis staat. Peter en Belia staan ook op de kermis met een attractie, en staan daarmee in heel Nederland. “We staan op kermissen van Friesland tot Limburg.” Het is hard werken op de kermis, maar de afwisseling vinden ze erg prettig. Dat is in Amstelveen wel anders. Ze staan er van 1 november tot doorgaans de eerste week van januari. De kraam is geopend van dinsdag tot en met zondag. “We kennen hier elk steentje”, zegt Peter. Op een regenachtige dag valt het uitzicht een beetje tegen. Toch zijn er nu al geregeld klanten. In december wordt het pas echt druk. “Ik kijk elk jaar uit naar november, het moment dat we in Amstelveen staan”, aldus Belia. “Maar in januari ben ik ook blij dat we weer weggaan. Met de kraam in Amstelveen weet je precies waar je aan toe bent. De regelmaat voelt bijna als vakantie. Maar we houden meer van afwisseling.”

Onderhoud en vakantie

Het zijn lange dagen. “We gaan tegen half acht op pad en zijn ’s avonds tegen acht uur weer thuis”, aldus Peter. Ze wonen in Gemonde, Brabant, maar tijdens de Amstelveense maanden verblijven ze in Abcoude. “Heen en weer rijden is geen doen.” Qua temperatuur is het nog goed te doen in de kraam. “Mocht het echt koud zijn, dan zetten we er een kacheltje bij, maar meestal is dat niet nodig. De winters zijn niet meer zo koud. Al kun je beter vrieskou met zon hebben dan nattigheid met wind”, aldus Belia. Na het oliebollenseizoen breekt een wat rustigere periode aan. “Van januari tot maart gaan we niet op pad. Dan is het tijd voor andere werkzaamheden, onder meer het onderhoud. Ook is er gelegenheid voor vakantie. In april beginnen de kermissen weer.”

De crompouce is hier een oliepouce

Oliebollen werden tot voor kort elk jaar getest door het AD. Die maakte een ranglijst van beste en slechtste oliebollen. Peter en Belia hebben zich er nooit druk om gemaakt. Aan het oliebollenrecept hebben ze in al die jaren niets veranderd. “We gebruiken nog steeds het recept van Belia’s ouders. Als je kijkt naar de oliebollen die getest worden dan valt vooral de vorm op. Die oliebollen zijn perfect rond en gelijk van vorm. Vaak worden ze met behulp van een machine gemaakt. Het maken van oliebollen is een ambacht, vinden we. Dat doen we gewoon met de hand.” 

oliebollenkraam als werkplek
Belia: “Ik kijk elk jaar uit naar november, het moment dat we in Amstelveen staan. Maar in januari ben ik ook blij dat we weer weggaan.” (Foto: Naomi Heidinga)

Wel bakken ze hun oliebollen in een andere olie dan voorheen. “Voorheen gebruikten we arachideolie, maar vanwege een toename van het aantal mensen met pinda-allergie zijn we daarmee gestopt.” Lactosevrije oliebollen behoren ook tot het assortiment, maar glutenvrije varianten niet. “Die kunnen we wel maken, maar we kunnen niet garanderen dat er geen sporen van gluten in zitten. Zonder 100 procent zekerheid kun je het beter niet doen.” Ze spelen wel in op trends, maar kiezen ervoor hun assortiment behapbaar te houden. “Er zijn zoveel smaken bijgekomen. Vroeger wilde men een ananasbol, maar tegenwoordig is de Nutellabol heel populair!” Ook andere chocoladesmaken hebben hun intrede gedaan, zoals bueno en oreo. Het stel doet op eigen wijze mee met de hype van de crompouce. “We hebben de oliepouce: een oliebol met room en roze fondant.”

Manier van leven

Ondanks de lange dagen willen Belia en Peter niet anders. “We gaan door zolang we er schik in hebben”, aldus Peter. De oliebollen komen hun ook na het seizoen niet de neus uit. Peter: “Ik eet er elke dag wel één.” Echt kiezen voor dit vak gaat niet, denkt Belia. “Je wordt niet wakker en denkt: ik ga een oliebollenkraam beginnen. Meestal rol je erin. Het vak is wel in trek, zien we om ons heen. Doorgaans heeft men geen moeite om opvolging te vinden. Zo is het bij ons ook. Onze zoon treedt in onze voetsporen. Hij kan goed leren, maar koos toch voor dit bestaan. Het is eerder een manier van leven dan een baan.”

Ook bijzonder: Ondernemers runnen historische moestuin

In de historische moestuin op Landgoed Vollenhoven in De Bilt zorgen ondernemers Heleen Eilander en Thomas Verdel voor de bodem, gezond eten én voor de mensen waarmee ze zich omringen. 

Bekijk ook

‘Geen vak, maar een leven’: Peter en Belia hebben een oliebollenkraam

werken in een oliebollenkraam
Peter en Belia in hun oliebollenkraam: “Het maken van oliebollen is een ambacht, vinden we. Dat doen we gewoon met de hand.” (Foto: Naomi Heidinga)
  • Home
  • Artikel
  • ‘Geen vak, maar een leven’: Peter en Belia hebben een oliebollenkraam

Peter en Belia Verbruggen staan met een oliebollenkraam in het Stadshart van Amstelveen. Ze staan er van november tot januari. Best een lange tijd, vindt het stel, dat houdt van afwisseling. In de zomer hebben ze een eigen attractie op de kermis. Daarmee reizen ze heel Nederland door.

door Naomi Heidinga

De ouders van Belia hadden ook een oliebollenkraam. Ze is als het ware in het vak gerold. Ze wilde aanvankelijk wel wat anders, maar toen hielden haar ouders er op vrij jonge leeftijd mee op. “Mijn moeder was ziek, dus ze stopten noodgedwongen toen ze 58 jaar oud waren.” Bovendien was Belia in de tussentijd Peter tegengekomen. Zijn moeder kwam uit de kermiswereld, dus hij was daar bekend mee en zag het wel zitten om de kraam van zijn schoonouders over te nemen. Belia vond het zonde om het bedrijf verloren te laten gaan. Daarmee was hun toekomst bezegeld. “In ons eerste huwelijksjaar hebben we deze kraam gekocht”, vertelt Peter. Die hebben ze inmiddels 23 jaar.

De regelmaat van een oliebollenkraam

Ze staan al jaren in Amstelveen. In het verleden hadden ze ook een kraam in Amsterdam, maar die heeft hun zoon overgenomen. Hij heeft er een rupsbaan bij, een attractie waarmee hij buiten het oliebollenseizoen op de kermis staat. Peter en Belia staan ook op de kermis met een attractie, en staan daarmee in heel Nederland. “We staan op kermissen van Friesland tot Limburg.” Het is hard werken op de kermis, maar de afwisseling vinden ze erg prettig. Dat is in Amstelveen wel anders. Ze staan er van 1 november tot doorgaans de eerste week van januari. De kraam is geopend van dinsdag tot en met zondag. “We kennen hier elk steentje”, zegt Peter. Op een regenachtige dag valt het uitzicht een beetje tegen. Toch zijn er nu al geregeld klanten. In december wordt het pas echt druk. “Ik kijk elk jaar uit naar november, het moment dat we in Amstelveen staan”, aldus Belia. “Maar in januari ben ik ook blij dat we weer weggaan. Met de kraam in Amstelveen weet je precies waar je aan toe bent. De regelmaat voelt bijna als vakantie. Maar we houden meer van afwisseling.”

Onderhoud en vakantie

Het zijn lange dagen. “We gaan tegen half acht op pad en zijn ’s avonds tegen acht uur weer thuis”, aldus Peter. Ze wonen in Gemonde, Brabant, maar tijdens de Amstelveense maanden verblijven ze in Abcoude. “Heen en weer rijden is geen doen.” Qua temperatuur is het nog goed te doen in de kraam. “Mocht het echt koud zijn, dan zetten we er een kacheltje bij, maar meestal is dat niet nodig. De winters zijn niet meer zo koud. Al kun je beter vrieskou met zon hebben dan nattigheid met wind”, aldus Belia. Na het oliebollenseizoen breekt een wat rustigere periode aan. “Van januari tot maart gaan we niet op pad. Dan is het tijd voor andere werkzaamheden, onder meer het onderhoud. Ook is er gelegenheid voor vakantie. In april beginnen de kermissen weer.”

De crompouce is hier een oliepouce

Oliebollen werden tot voor kort elk jaar getest door het AD. Die maakte een ranglijst van beste en slechtste oliebollen. Peter en Belia hebben zich er nooit druk om gemaakt. Aan het oliebollenrecept hebben ze in al die jaren niets veranderd. “We gebruiken nog steeds het recept van Belia’s ouders. Als je kijkt naar de oliebollen die getest worden dan valt vooral de vorm op. Die oliebollen zijn perfect rond en gelijk van vorm. Vaak worden ze met behulp van een machine gemaakt. Het maken van oliebollen is een ambacht, vinden we. Dat doen we gewoon met de hand.” 

oliebollenkraam als werkplek
Belia: “Ik kijk elk jaar uit naar november, het moment dat we in Amstelveen staan. Maar in januari ben ik ook blij dat we weer weggaan.” (Foto: Naomi Heidinga)

Wel bakken ze hun oliebollen in een andere olie dan voorheen. “Voorheen gebruikten we arachideolie, maar vanwege een toename van het aantal mensen met pinda-allergie zijn we daarmee gestopt.” Lactosevrije oliebollen behoren ook tot het assortiment, maar glutenvrije varianten niet. “Die kunnen we wel maken, maar we kunnen niet garanderen dat er geen sporen van gluten in zitten. Zonder 100 procent zekerheid kun je het beter niet doen.” Ze spelen wel in op trends, maar kiezen ervoor hun assortiment behapbaar te houden. “Er zijn zoveel smaken bijgekomen. Vroeger wilde men een ananasbol, maar tegenwoordig is de Nutellabol heel populair!” Ook andere chocoladesmaken hebben hun intrede gedaan, zoals bueno en oreo. Het stel doet op eigen wijze mee met de hype van de crompouce. “We hebben de oliepouce: een oliebol met room en roze fondant.”

Manier van leven

Ondanks de lange dagen willen Belia en Peter niet anders. “We gaan door zolang we er schik in hebben”, aldus Peter. De oliebollen komen hun ook na het seizoen niet de neus uit. Peter: “Ik eet er elke dag wel één.” Echt kiezen voor dit vak gaat niet, denkt Belia. “Je wordt niet wakker en denkt: ik ga een oliebollenkraam beginnen. Meestal rol je erin. Het vak is wel in trek, zien we om ons heen. Doorgaans heeft men geen moeite om opvolging te vinden. Zo is het bij ons ook. Onze zoon treedt in onze voetsporen. Hij kan goed leren, maar koos toch voor dit bestaan. Het is eerder een manier van leven dan een baan.”

Ook bijzonder: Ondernemers runnen historische moestuin

In de historische moestuin op Landgoed Vollenhoven in De Bilt zorgen ondernemers Heleen Eilander en Thomas Verdel voor de bodem, gezond eten én voor de mensen waarmee ze zich omringen.