‘De vraag naar uitzendkrachten blijft afnemen’

minder vraag naar uitzendkrachten
  • Home
  • Artikel
  • ‘De vraag naar uitzendkrachten blijft afnemen’

De flexbranche ziet dit jaar de vraag naar uitzendkrachten afnemen, waarmee de trend van 2023 wordt voortgezet. De oorzaak hiervan is een aanhoudend lage economische groei. Maar ondanks minder vraag en een licht oplopende werkloosheid heeft nog altijd twee derde van de flexbedrijven last van de krappe arbeidsmarkt bij het invullen van opdrachten. 

Dit blijkt uit het nieuwe Vooruitzicht flexbranche van ING Research. Naar verwachting van de onderzoekers krimpt het aantal uitzenduren in de flexbranche – die bestaat uit uitzendbureaus, arbeidsbemiddelaars en payrollers – met circa 5 procent. De branche is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de economie en voelt het direct als opdrachtgevende bedrijven op de rem trappen met het doen van investeringen en het inhuren van personeel.

Minder uitzendkrachten nodig

De afnemende vraag naar flexwerkers is volgens ING Research duidelijk zichtbaar in de ontwikkeling van het aantal uitzendbanen. In het eerste kwartaal van 2023 kromp het aantal uitzendbanen voor het eerst in twee jaar met 52.000. In het tweede en derde kwartaal liep dit verder op tot een kwartaalkrimp van circa 60.000 minder uitzendbanen. en die trend zet naar verwachting door. Want behalve dat bedrijven een pas op de plaats maken met de inhuur van personeel, wordt de daling in uitzendbanen ook veroorzaakt doordat uitzendkrachten in de huidige krappe arbeidsmarkt sneller een vast contract krijgen aangeboden. En verder zorgt strengere wet- en regelgeving voor een vervangingseffect naar andere vormen van arbeidsflexibiliteit.

Duurder en minder flexibel

Dankzij nieuwe regelgeving heeft een uitzendkracht inmiddels recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als een werknemer in loondienst, zoals een marktconform pensioen en een transitievergoeding. Daarnaast is het uiteindelijke doel om uitzendwerk alleen in te zetten voor ‘ziek & piek’ en niet langer voor werk op structurele basis, op een enkele uitzondering na. Uitzendwerk wordt hierdoor duurder en minder flexibel, met als gevolg dat bedrijven op zoek gaan naar alternatieven, zoals het zelfstandig ondernemerschap.

Beter zzp’er

Doordat de invoering van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers en handhaving op schijnzelfstandigheid voorlopig op de lange baan zijn geschoven, is zzp-werk voor zowel bedrijven als werkenden een aantrekkelijk alternatief voor uitzendwerk. Bovendien is het in bepaalde sectoren – zoals de zorg, horeca en de bouw – in de huidige krappe arbeidsmarkt én met de huidige wet- en regelgeving aantrekkelijker om als zzp’er te werken dan als uitzendkracht. Dit is ook zichtbaar in de toename van het aandeel zzp’ers in de werkzame beroepsbevolking: van 11 procent in 2019 naar 13 procent in 2023. Tegelijkertijd is het aandeel werknemers met een flexibel dienstverband afgenomen; zij zijn overgestapt naar een vast dienstverband of als zzp’er aan de slag gegaan.

Flexbedrijven moeten dan duidelijke strategische keuzes maken om bestaansrecht te houden, aldus Katinka Jongkind, sectoreconoom Services bij ING Research. “De structureel krappe arbeidsmarkt biedt ook weer nieuwe mogelijkheden. Voor uitzendorganisaties wordt het interessanter om te investeren in goed werkgeverschap en zo uitzendkrachten langdurig aan zich te binden – bijvoorbeeld door ze direct een vast contract aan te bieden. Ook in de energie-, zorg- en bouwtransitie liggen kansen. Flexbedrijven kunnen door middel van opleiden, omscholen en loopbaanbegeleiding een grotere rol pakken op het gebied van arbeidsmobiliteit tussen krimp- en groeisectoren.

Zorgt nieuwe wet voor meer flexwerk?

Bovendien is het de vraag of de verschuiving van uitzendkracht naar zzp’er de komende jaren verder doorzet. Jongkind: “Eind 2023 kwam het demissionaire kabinet met een nieuw wetsvoorstel dat duidelijkheid moet scheppen in wanneer sprake is van schijnzelfstandigheid. Als die wet in de huidige opzet wordt doorgevoerd, betekent dit dat veel werk dat nu door zzp’ers wordt gedaan, niet langer als zzp’er kan worden uitgevoerd, maar in loondienst. De meest flexibele arbeidsvorm is dan via een uitzend- of detacheringsbureau.” Of, wanneer en in welke vorm de wet wordt aangenomen is echter niet bekend. “Dit zorgt voor aanhoudende onzekerheid in de sector.”

Lees ook: Aantal zzp’ers met arbeidsongeschiktheidsvoorziening neemt toe

65 procent van de zzp’ers (zelfstandig ondernemers zonder personeel) had begin 2023 een financiële voorziening tegen het risico van arbeidsongeschiktheid. In 2021 was dat nog 63 procent en in 2019 was dat 59 procent. Steeds meer zelfstandig ondernemers dekten zich tegen dit financiële risico in door te sparen en/of te beleggen. 

Bekijk ook

‘De vraag naar uitzendkrachten blijft afnemen’

minder vraag naar uitzendkrachten
  • Home
  • Artikel
  • ‘De vraag naar uitzendkrachten blijft afnemen’

De flexbranche ziet dit jaar de vraag naar uitzendkrachten afnemen, waarmee de trend van 2023 wordt voortgezet. De oorzaak hiervan is een aanhoudend lage economische groei. Maar ondanks minder vraag en een licht oplopende werkloosheid heeft nog altijd twee derde van de flexbedrijven last van de krappe arbeidsmarkt bij het invullen van opdrachten. 

Dit blijkt uit het nieuwe Vooruitzicht flexbranche van ING Research. Naar verwachting van de onderzoekers krimpt het aantal uitzenduren in de flexbranche – die bestaat uit uitzendbureaus, arbeidsbemiddelaars en payrollers – met circa 5 procent. De branche is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de economie en voelt het direct als opdrachtgevende bedrijven op de rem trappen met het doen van investeringen en het inhuren van personeel.

Minder uitzendkrachten nodig

De afnemende vraag naar flexwerkers is volgens ING Research duidelijk zichtbaar in de ontwikkeling van het aantal uitzendbanen. In het eerste kwartaal van 2023 kromp het aantal uitzendbanen voor het eerst in twee jaar met 52.000. In het tweede en derde kwartaal liep dit verder op tot een kwartaalkrimp van circa 60.000 minder uitzendbanen. en die trend zet naar verwachting door. Want behalve dat bedrijven een pas op de plaats maken met de inhuur van personeel, wordt de daling in uitzendbanen ook veroorzaakt doordat uitzendkrachten in de huidige krappe arbeidsmarkt sneller een vast contract krijgen aangeboden. En verder zorgt strengere wet- en regelgeving voor een vervangingseffect naar andere vormen van arbeidsflexibiliteit.

Duurder en minder flexibel

Dankzij nieuwe regelgeving heeft een uitzendkracht inmiddels recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als een werknemer in loondienst, zoals een marktconform pensioen en een transitievergoeding. Daarnaast is het uiteindelijke doel om uitzendwerk alleen in te zetten voor ‘ziek & piek’ en niet langer voor werk op structurele basis, op een enkele uitzondering na. Uitzendwerk wordt hierdoor duurder en minder flexibel, met als gevolg dat bedrijven op zoek gaan naar alternatieven, zoals het zelfstandig ondernemerschap.

Beter zzp’er

Doordat de invoering van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers en handhaving op schijnzelfstandigheid voorlopig op de lange baan zijn geschoven, is zzp-werk voor zowel bedrijven als werkenden een aantrekkelijk alternatief voor uitzendwerk. Bovendien is het in bepaalde sectoren – zoals de zorg, horeca en de bouw – in de huidige krappe arbeidsmarkt én met de huidige wet- en regelgeving aantrekkelijker om als zzp’er te werken dan als uitzendkracht. Dit is ook zichtbaar in de toename van het aandeel zzp’ers in de werkzame beroepsbevolking: van 11 procent in 2019 naar 13 procent in 2023. Tegelijkertijd is het aandeel werknemers met een flexibel dienstverband afgenomen; zij zijn overgestapt naar een vast dienstverband of als zzp’er aan de slag gegaan.

Flexbedrijven moeten dan duidelijke strategische keuzes maken om bestaansrecht te houden, aldus Katinka Jongkind, sectoreconoom Services bij ING Research. “De structureel krappe arbeidsmarkt biedt ook weer nieuwe mogelijkheden. Voor uitzendorganisaties wordt het interessanter om te investeren in goed werkgeverschap en zo uitzendkrachten langdurig aan zich te binden – bijvoorbeeld door ze direct een vast contract aan te bieden. Ook in de energie-, zorg- en bouwtransitie liggen kansen. Flexbedrijven kunnen door middel van opleiden, omscholen en loopbaanbegeleiding een grotere rol pakken op het gebied van arbeidsmobiliteit tussen krimp- en groeisectoren.

Zorgt nieuwe wet voor meer flexwerk?

Bovendien is het de vraag of de verschuiving van uitzendkracht naar zzp’er de komende jaren verder doorzet. Jongkind: “Eind 2023 kwam het demissionaire kabinet met een nieuw wetsvoorstel dat duidelijkheid moet scheppen in wanneer sprake is van schijnzelfstandigheid. Als die wet in de huidige opzet wordt doorgevoerd, betekent dit dat veel werk dat nu door zzp’ers wordt gedaan, niet langer als zzp’er kan worden uitgevoerd, maar in loondienst. De meest flexibele arbeidsvorm is dan via een uitzend- of detacheringsbureau.” Of, wanneer en in welke vorm de wet wordt aangenomen is echter niet bekend. “Dit zorgt voor aanhoudende onzekerheid in de sector.”

Lees ook: Aantal zzp’ers met arbeidsongeschiktheidsvoorziening neemt toe

65 procent van de zzp’ers (zelfstandig ondernemers zonder personeel) had begin 2023 een financiële voorziening tegen het risico van arbeidsongeschiktheid. In 2021 was dat nog 63 procent en in 2019 was dat 59 procent. Steeds meer zelfstandig ondernemers dekten zich tegen dit financiële risico in door te sparen en/of te beleggen.