Nederland telt steeds meer werkenden met burn-outklachten. Vorig jaar waren dat er 1,6 miljoen, tegenover 1,3 miljoen een jaar eerder. Dit blijkt uit onderzoek van kennisinstituut TNO. Auke Bijnsdorp, managing partner bij Top of Minds, ziet het thuiswerken als boosdoener.

Uit het onderzoek van TNO blijkt dat stress op het werk vaak ontstaat als een werknemer niet de tijd en mogelijkheden krijgt om te voldoen aan de eisen die aan de functie worden gesteld. Conflicten op het werk vormen een andere oorzaak: meer dan een kwart van de werkenden heeft vorig jaar minimaal één keer een conflict gehad.

Sociaal vangnet verschraalt door thuiswerken

Het verbaast Bijnsdorp niet dat het aantal burn-outklachten sterk toeneemt. “Mensen hebben een sociaal vangnet nodig om te functioneren. Door het vele thuiswerken is dat sterk verschraald. Het roddelen bij de koffieautomaat heeft een belangrijke sociale functie.”

Lees ook:  ‘20 procent werkende mantelzorgers zit tegen een burn-out aan’

“Nu iedereen tijdens de werkdag op een andere plek werkt, gebeurt dat een stuk minder”, vervolgt Bijnsdorp. “Uit alle onderzoeken blijkt dat mensen alleen succesvol in hun werk zijn als ze zich veilig voelen. Voor een gevoel van veiligheid is steun van anderen onmisbaar. Steun geven via videobellen blijkt toch minder goed te werken. Het is dus noodzakelijk om (ook) op kantoor te werken.”

Minder saamhorigheid

Gemiddeld werken werkgevers en werknemers respectievelijk 2,2 en 2 dagen thuis. Daar is niets mis mee, zegt Bijnsdorp. “Maar de individuele afwijkingen van dit gemiddelde zijn groot. En die groep die weinig op kantoor werkt, lijkt veel vatbaarder te zijn voor een burn-out. De na corona gewonnen vrijheid van het thuiswerken komt dus met een offer. Er is minder onderlinge steun en samenhorigheid op de werkvloer.”