Van de werknemers boven de 35 jaar voelt een groter deel zich verbonden met het bedrijf of de organisatie waarvoor ze werken dan van de jongere werknemers. Werknemers die langer bij hetzelfde bedrijf werken, voelen zich ook meer verbonden met hun werkgever. Een hoge mate van zelfstandigheid in het werk komt deze verbondenheid ook ten goede. Dat meldt het CBS op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), uitgevoerd door het CBS en TNO.
In totaal was 69 procent van alle werknemers (15 tot 75 jaar) in 2022 het eens met de stelling dat ze zich verbonden voelen met hun bedrijf of organisatie. Een kwart reageerde neutraal en 6 procent was het oneens met de stelling.
Verbondenheid komt met de jaren
Het gevoel van verbondenheid neemt toe met de leeftijd. Van de leeftijdsgroep van 15 tot 25 jaar voelde het kleinste deel zich verbonden met hun werkgever (60 procent), onder werknemers tussen de 65 en 75 jaar was dat het grootst (77 procent). Onder werknemers tussen de 45 en 55 jaar was dat aandeel met 73 procent ook relatief groot.
Dat oudere werknemers zich in grotere mate verbonden voelen met hun bedrijf, hangt samen met het feit dat ze gemiddeld langer in dienst zijn bij hetzelfde bedrijf dan hun jongere collega’s. Werknemers die ergens langer werken voelen zich namelijk ook vaker verbonden met hun bedrijf of organisatie.
Van de werknemers die tien jaar of langer bij dezelfde organisatie werken (bijna drie op de tien werknemers) voelde 76 procent zich verbonden met hun werkgever. Deze verbondenheid is minder sterk bij werknemers die korter in dienst zijn. Toch voelde nog 62 procent van de werknemers die minder dan een jaar bij hetzelfde bedrijf in dienst zijn, zich daarmee verbonden.
Managers versus uitvoerende medewerkers
Van de algemeen directeuren voelde het overgrote deel zich verbonden met hun bedrijf (94 procent). Productieleiders in de industrie en de bouw (87 procent), managers in het onderwijs (86 procent), managers in de verkoop en marketing, en managers in de zakelijke en administratieve dienstverlening (beide 84 procent) voelden zich ook relatief vaak verbonden met hun bedrijf.
Lees ook: Doorwerken na pensioen wordt steeds populairder
Aan de andere kant voelden laders, lossers en vakkenvullers zich met 51 procent juist minder vaak verbonden met het bedrijf waar ze werken. Ook chauffeurs (54 procent), schoonmakers (57 procent), verpleegkundigen op mbo-niveau (58 procent)Â en productiemachinebedieners (59 procent)Â scoren wat dat betreft niet heel hoog.
Autonomie speelt rolÂ
Van de werknemers met een combinatie van hoge taakeisen (werkdruk) en een lage autonomie (zelfstandig werken) – ook wel aangeduid als ‘stressvol werk’ – voelde 55 procent zich verbonden met hun bedrijf. Onder werknemers met lage taakeisen en een lage zelfstandighheid was dat 62 procent.
De verbondenheid met het bedrijf is hoger onder werknemers met hoge taakeisen en een hoge autonomie, en onder werknemers met lage taakeisen in combinatie met een hoge autonomie: respectievelijk 74 en 76 procent.
Tevredenheid creëert verbondenheid
Werknemers die aangeven dat ze (zeer) tevreden zijn met hun werk, voelden zich in 2022 met 78 procent aanzienlijk vaker verbonden met hun bedrijf of organisatie dan werknemers die niet tevreden zijn (37 procent). Dat geldt ook voor de tevredenheid met de arbeidsomstandigheden: van de werknemers die daar (zeer) tevreden over zijn, voelde 78 procent zich verbonden met het bedrijf, tegenover 42 procent van de werknemers die niet tevreden zijn.