,,Je kunt alles maken, zelf beslissen wat het wordt. Je begint te duwen, zoekt de juiste temperatuur, de juiste slagen en als het dan lukt, dat geeft zo veel voldoening”, aldus een enthousiaste John van Midden, gediplomeerd smid en vrijwilliger bij Museumsmederij De Hoefhamer aan de Smedestraat 22 in Elburg.
Elburger John van Midden is docent aan de Politieacademie en omdat hij dat niet meer fulltime doet, kan hij meer tijd besteden aan smeden en metaalbewerking, zijn grote passie. ,,Uit hobby geboren”, vertelt hij. ,,Belangstelling voor het ambacht en daar werd ik steeds enthousiaster van. Ik ben begonnen met cursussen bij de smederij omdat het mij tot de verbeelding sprak. Smederijen zijn grotendeels verdwenen door de opmars van bouwmarkten. Mensen kochten zelf lasapparaten en gereedschap en maakten zelf wat voorheen de smid deed. Toch zal de smid, het smidsevak niet verdwijnen, er valt zóveel te restaureren op monumentaal gebied en het is altijd maatwerk.”
,,Vroeger had de smid een veelomvattende functie”, legt Van Midden, die ook leermeester is, uit. ,,Hij was fietsenmaker, metaalbewerker en repareerde harken, scheppen, agrarische werktuigen. Hij kon lassen, dat kon niet iedereen. Als vroeger mijn greep brak door het pieren wippen – dat is het uit de grond rammelen van pieren en wormen met een greep voor de vissers – dan zei hij: ‘Ga maar naar de smid. Zondag na de kerk reken ik wel met hem af’. Zo ging dat. Smid Wim Mulder in Nijkerk was een ontzettend aardige man, met een oude, donkere smederij midden in de stad. Dat was echt metaalbewerking. Welk probleem je ook had; een boerenkar kapot of je hekwerk, auto’s, alles wat met constructie te maken had, repareerde hij. Daarvoor ging je naar de smid.”
Door zijn belangstelling voor het ambacht, heeft Van Midden op verzoek van de Museumsmederij in Elburg zijn diploma gehaald. ,,Het beleid van de smederij is dat leermeesters hun diploma moeten hebben om de kwaliteit te waarborgen”, legt Van Midden uit. ,,Om het ambacht te kunnen doorgeven, te onderrichten. Je haalt je diploma bij het NGK, het Nederlands Gilde van Kunst-, Sier- en Restauratiesmeden. Ik heb les gekregen van Bram de Jongh, smid uit Kampen. Hij heeft me klaargestoomd voor de gildeproeven. Bij de gildeproef krijg je twee uur de tijd om een werkstuk te maken. Dat lijkt eenvoudig, maar er horen een paar bewerkingen bij waaraan de examinatoren kunnen zien of je vaardig bent. Maar ze beoordelen ook hoe je je vuur onderhoudt, of je een zuinige stoker bent en hoe je bij het aambeeld staat bijvoorbeeld. Ik ben geslaagd, zo’n acht jaar geleden en door het veel te doen, leer je het vak pas echt. Na mijn diploma werd ik leermeester in De Hoefhamer.”
,,Smeden is eigenlijk niet meer dan metaal verplaatsen”, vervolgt Van Midden. ,,Het is boetseren, kleien, alleen met meer kracht. Met vier verschillende leermeesters geven we vier avonden per week cursussen in de Museumsmederij. In groepen van drie, tien avonden van drie uur. Als je de cursus voltooid hebt, ben je leerling-smid, of gezelsmid. We hebben allerlei cursisten; voor sommige mensen is het therapeutisch werken, we hebben artsen, advocaten, maar ook timmerlieden. En mensen die bij een metaalbewerkingsbedrijf werken, dat hun medewerkers op cursus stuurt om te leren smeden, om het vak echt te leren. Hiermee kun je je als bedrijf onderscheiden. Smeden is tegenwoordig een keuzevak, op het Oostenlicht. Jonge leerlingen vinden smeden ook vaak leuk. Het vuur stoken, de kleur van het ijzer volgen, wat is de beste temperatuur om te smeden. Die juiste temperatuur is bijna het smeltpunt van ijzer, 1300 graden, dus dat luistert heel nauw. Dan kun je kneden en vormen. Je moet goed opletten want in tien seconden kan je werkstuk verbrand zijn.”
Vanwege de vele opdrachten die John van Midden krijgt, is hij een bedrijfje gestart. ,,Techniekfabriek ‘Mooi schuurtje’ is geboren doordat metaalbewerking steeds meer tot mijn nevenactiviteiten ging behoren”, legt hij uit. ,,Ik ontving steeds meer opdrachten en nu nog. Er rust een bedrijfsbestemming op mijn pand en bedrijven willen een factuur ontvangen. De opdrachten variëren heel sterk; ornamenten, muurankers, uithangborden, sloten en sleutels maken etc. Het vak van smid zal niet verdwijnen, er is zoveel te restaureren aan de monumentale panden, alleen al de trekstangen en muurankers. En dat is allemaal maatwerk dat met de hand gesmeed wordt. Ook voor de Museumsmederij geldt dat het bestaansrecht heeft doordat de smederij in functie is. Het is een museum en dat moet het blijven.
,,Vroeger wilde de zoon van een smid meestal niet opvolgen, een smederij en een smid waren vies, er was altijd rook en roet. Daardoor is de liefde voor het vak verdwenen. Moderne smederijen hebben afzuigsystemen en filters, waar je relatief schoon kunt werken. Ik vind smeden en metaalbewerking fantastisch! Om zelf iets te maken van metaal; niet zeggen dat je iets niet kunt. Je kunt het wel. IJzer is een oerproduct, waarvan je bijna alles kunt maken!”