Edwin de Brouwer stapt van het bedrijfsleven over naar de zorg. De vijftiger gaat een dag per week naar school en werkt daarnaast 28 uur als leerling-verzorgende bij Spathodea. Met huiswerk erbij een pittige klus, maar hem hoor je niet klagen. ,,Je doet er echt toe, mensen hebben je werkelijk nodig. Ik krijg hier energie van.”
De stoere student heeft net een dikke voldoende gescoord. ,,Stomazorg, medicijnveiligheid, methodisch werken. De toets van afgelopen maandag heb ik heel goed gemaakt. Ik doe het beter dan vroeger, maar nu zit ik ook niet aan te rommelen in de klas.”
De loopbaan van De Brouwer begon in de horeca, als kelner en kok. Hij had net een nieuwe baan als accountmanager bij een groothandel in brood en banket toen de horeca op slot ging, in maart 2020. ,,De jaarcontractanten moesten eruit. Gelukkig vond ik snel ander werk, maar dat stopte in mijn proeftijd, omdat de winkels ook moesten sluiten. Toen ben ik maar eens heel goed gaan nadenken. Ik moest nog ruim vijftien jaar werken en ik wilde iets doen waar ik energie van krijg. De afgelopen vijf jaar zijn allebei mijn ouders overleden. Ik was mantelzorger, trok graag met ze op en zag van dichtbij hoe de zorg werkt. Thuis -ik heb een vriendin en een dochter van vijf- ben ik ook altijd zorgzaam en ik had vroeger al eens overwogen om in de zorg te gaan. Toen heb ik het niet gedaan omdat ik ook heel graag voetbal en mijn weekenden me heilig waren, maar nu trok het weer en ik zit niet meer op voetballen.”
SPANNEND School en werk startten allebei in mei 2021. ,,Ik ben begonnen met meelopen, maar al gauw kreeg ik de vraag: durf je het aan om iemand alleen te gaan wassen. Dat vond ik spannend, heel voorzichtig heb ik m’n weg gevonden. Ik was eerlijk en zei: ik ben Edwin en ik ben nieuw. Zeg maar wat ik moet doen en wat u liever zelf doet. Ik kom uiteindelijk bij de bewoner in huis, ik ben te gast.
Gelukkig kan ik altijd een beroep doen op ervaren collega’s en doe ik alleen wat ik op school heb behandeld en dus mag doen. Doordat ik wat ouder ben, ga ik anders om met bewoners. Als iemand een rotdag heeft, ga ik er even naast zitten, zeg ik dat ik dat vervelend vind en maak ik een praatje.”
Aan werken in de zorg zitten ook lastige kanten. ,,Als ik iemand moest wassen met een wond, of iemand moest helpen die zich had bevuild heb ik best wel eens tegen mezelf gezegd: hoe ga ik dit doen, hoe pak ik dit aan. Maar dat went.”
Inmiddels draait hij mee in het team. ,,We beginnen om 7.00 uur en nemen de rapportages door. Ik krijg een lijst met zo’n tien zorgvragers. Als je klaar bent, rond 10.00 uur, gaan we koffiedrinken. Bij sommige mensen hoef je alleen steunkousen aan te trekken, een ander moet je douchen, bij een volgende moet je het bed verschonen en de afwas doen. Het is heel afwisselend werk, geen dag is hetzelfde. Je verzorgt mensen in de laatste jaren van hun leven. Als ze hier komen, zijn ze anders dan ze waren, maar de mens die ze zijn, die zit er nog steeds in. Ik wil de mens blijven zien, de mens ontmoeten. Als bewoners blij met me zijn, is mijn werkdag goed.”
Het thuisfront steunt De Brouwer. ,,Mijn vriendin heeft wel respect voor deze stap.” Vrienden kijken er niet van op. ,,Die vinden wel dat het bij me past en zijn eigenlijk allemaal positief.”
Het lastigste voor de zij-instromer is het bewaken z’n grenzen. ,,Op school is alles nieuw. Als ik dingen op school heb gehad, wil ik het oefenen in de praktijk. En de dagelijkse verzorging wil ik heel goed doen en daarnaast wil ook nog voldoende aandacht aan de bewoners geven. Dat is mijn valkuil. Gelukkig houden m’n collega’s me in de gaten.”