Carmen Melissant (34) is predikant bij de Gereformeerde Kerk in Boven-Hardinxveld. Zij probeert mensen te inspireren en troosten met haar preken, die ze heel zorgvuldig voorbereidt. Het was eigenlijk niet haar bedoeling om predikant te worden, maar het liep toch zo – tot tevredenheid van Carmen.
door Eline Lohman
Met grote vanzelfsprekendheid loopt Carmen rond in de Gereformeerde Kerk. Ze laat de kerkruimte zien waarin de diensten gehouden worden en vertelt dat ze blij is met de nieuwbouw van de Gereformeerde Kerk. De goedlachse Hardinxveldse straalt enthousiasme uit en is blij dat ze de kerk in de Jan Steenstraat al bijna vijf jaar haar ‘thuis’ mag noemen. Ze had jaren geleden nooit kunnen denken dat ze predikant zou worden. Sterker nog: Carmen zat daar eigenlijk ‘niet op te wachten’, zoals ze het zelf verwoordt. Maar toch liep het zo en daar is ze nog altijd blij om.
Vastgelopen in het leven
“Ik liep vast in het leven, toen ik mijn opleiding op het conservatorium niet gehaald had. Ik studeerde er jazzmuziek, maar het lukte niet.” Carmen vroeg zich af wie ze nog was, maar kwam wel al snel op een idee: theologie studeren. Ook al leek dat een bijzondere keuze.
Predikant in warme gemeente
“De kerk zei me niet zoveel meer – God had niet meer zo’n grote impact op mijn leven. Dus ik was zelf ook wel een beetje verbaasd dat ik theologie wilde gaan studeren.” Toch bleek het de juiste weg te zijn voor Carmen. “Ik wilde me bezighouden met God, ik voelde ineens dat Hij aan mij trok en bleek op de juiste plek te zijn. Ook al was het zwaar. Maar het was de weg die ik moest gaan! Ik wilde me niet mee laten slepen in de prestatiedruk. Daar moest ik nog altijd op letten, want daar had ik last van tijdens mijn opleiding op het conservatorium. Die faalangst blijft altijd mijn zwakke punt.”
Carmen rondde haar opleiding af, werd gespot door de Gereformeerde Kerk in Boven-Hardinxveld en ging op gesprek. Aanvankelijk met vrij weinig hoop. “Ik dacht eerst: ‘Boven-Hardinxveld, ik weet niet hoor, misschien zijn mensen wel heel orthodox…’. Maar het bleek een heel warme gemeente te zijn en ik had echt een klik.” Carmen ging aan de slag, ook al betekende dit dat ze de kansel op moest om te preken en hiermee haar faalangst onder ogen moest komen. “Wie gaat er met faalangst op een kansel staan? Ja, de eerste keer preken was verschrikkelijk, ik dacht dat ik doodging, maar ik moest er gewoon doorheen.”
Ontdekking in Bijbel
Inspiratie voor het schrijven van de preken haalt Carmen – die een boek geschreven heeft over haar weg naar het geloof, ‘Loser-theologie’ – overal vandaan. Soms schrijft ze vrij snel een preek, soms niet. Maar ze neemt er altijd de tijd voor en haalt inspiratie net zo goed uit de Bijbel zelf. “Geregeld doe ik een ontdekking in de Bijbel die ik wil delen met de gemeenteleden. In mijn preken gaat het erom hoe mensen het destijds hebben begrepen. Je kunt veel leren over wat mensen vroeger meemaakten en hoe ze toen dachten. Pas als je dat begrijpt, dan kun je iets naar het nu toe halen en blijkt dat we in veel dingen nog altijd hetzelfde zijn. De Bijbel is geen dood boek dat ons niets meer te zeggen heeft. Ik neem altijd mijn tijd voor het maken van mijn preken. Mensen verwachten er wat van en ik vind die voorbereiding erg leuk. Mensen denken soms dat je als predikant alleen op zondag werkt omdat dan de dienst plaatsvindt. Dat is op zich een begrijpelijke gedachte, maar dat is niet zo. Natuurlijk kost het schrijven van de preek wel het meeste tijd. Ik probeer met mijn preken gedreven door de liefde van God mensen te inspireren, troosten en een ander perspectief te bieden. Of je nu lang of kort gelooft en of je nu naar een kerkdienst komt of een-op-een een gesprek met mij hebt.”
Kruismomenten
Naast het voorbereiden en uitvoeren van de preken, overlegt de Hardinxveldse met andere predikanten, maakt ze korte podcasts, volgt ze verplichte nascholing én voert ze gesprekken met mensen. Zoals dorpsbewoners die stervende zijn of net een baby hebben gekregen. Carmen vindt het mooi om op belangrijke momenten aanwezig te zijn. “Ik ben echt bij kruismomenten in het leven van mensen en het is heel bijzonder dat je die van dichtbij mee mag maken als predikant. Soms is het zwaar en neem ik iets in gedachten mee naar huis en lig ik er wakker van. Dan moet je oppassen dat je je iets niet te veel aantrekt. Maar dan praat ik bijvoorbeeld met de kerkraad en dan is het weer goed. Als je niet over bepaalde zaken kunt praten met anderen, dan kan dit een eenzaam beroep zijn. De afwisseling van al mijn taken houdt het heel interessant. Ik ben een hele week bezig het mijn werkzaamheden voor de kerk, naast het gezinsleven – ik heb een zoontje. En je kunt niet alles plannen, zoals wanneer iemand uit de gemeente overlijdt. Dan moet je plotseling naar iemand toe en dat kun je niet van tevoren weten.”
Veranderingen doorgevoerd
Ook al was Carmen pas eind twintig toen ze de gemeenteleden voor het eerst voorging tijdens de dienst, de ontvangst was heel goed. “Je wordt altijd even vergeleken met je voorganger en ik heb wel wat veranderingen doorgevoerd. Zo heb ik een liedbundel erbij gekozen met wat modernere liederen en opwekkingsnummers. Dat vonden sommige mensen wat spannend, maar het ging goed. Je gaat samen op reis en leert van elkaar. Of ik merk dat het geloof of de manier van het uitoefenen van het geloof in deze tijd veranderd is? Mensen gaan nog steeds naar de kerk, maar ook in een dorp is dat steeds minder vanzelfsprekend geworden.”
Kerk heeft concurrentie
Het geloof is meer geïndividualiseerd, zo merkt de jonge predikant op. Zij ziet concurrentie voor de kerk en dat is een uitdaging. Eentje die ze graag aangaat. “De kerk heeft over het algemeen te maken met een concurrentiestrijd – er is veel dat jouw tijd en aandacht probeert te krijgen. Mensen vinden het lastig om zich te committeren aan iets, omdat overal aan ze wordt getrokken. Hoe kan je Gods stem dan nog verstaan? Maar de kerk is een plek waar je elkaar nodig hebt en dat trekt deze gemeente aan.”
Het laatste geldt ook voor jongeren. De gemeente heeft lekker veel jeugd, merkt Carmen. Doorgaans doopt ze meer kinderen dan dat zij mensen hoeft te begraven. Ze merkt dat het wel moeilijk is om jonge twintigers betrokken te houden bij het geloof. “Logisch, want ze zijn gewoon lekker zichzelf en ontdekken de wereld. Maar hoe houd je dan contact? In ieder geval door naar jongeren en jongvolwassenen te luisteren. Kijk naar wat er leeft, wat hun angsten en worstelingen zijn.”
Afbeeldingen in preken
Carmen houdt in haar preken rekening met de jongere doelgroep. Daarin maakt ze een bewuste keuze om in haar preken ook afbeeldingen te gebruiken, want die spreken aan, zo merkt de 34-jarige predikant. “In mijn preken betrek ik de jeugd door voorbeelden te noemen waarin ze zichzelf kunnen herkennen. Ik verwerk verder ook wel de nodige afbeeldingen in mijn preken, aangezien ik een powerpoint bij de preek heb, dat vinden mensen fijn.”