Gemiddeld verdienen mannen per uur nog steeds meer dan vrouwen, maar het verschil is opnieuw kleiner geworden. In 2022 lag het gemiddelde uurloon bij de overheid voor mannen 5,1 procent hoger en in het bedrijfsleven 16,4 procent. In 2020 was het loonverschil nog respectievelijk 6,7 en 17,3 procent.
Dat blijkt uit de Monitor loonverschillen mannen en vrouwen 2022. Het CBS hanteert dit jaar een nieuwe methode, waarmee het loonverschil nauwkeuriger in kaart kan worden gebracht.
Uurlonen overheid en bedrijfsleven
Tussen 2014 en 2022 is het loonverschil vooral bij de overheid steeds verder afgenomen. In 2022 verdienden vrouwen gemiddeld € 29,70 per uur en mannen € 31,30 per uur (in 2014: € 24,30 en € 26,90). In het bedrijfsleven waren de gemiddelden € 22,90 voor de vrouwen en € 27,40 voor de mannen (in 2014: € 18,90 en € 23,30).
Lees ook:‘Wetgeving hard nodig om loonkloof tussen vrouw en man te dichten’
De hoogte van het uurloon is afhankelijk van het soort werk, functie, opleiding, ervaring en tal van andere factoren. Omdat mannen en vrouwen op deze kenmerken verschillen, is ook een gecorrigeerd loonverschil berekend. Na correctie bedroeg het loonverschil in 2022 bij de overheid 1,8 procent en in het bedrijfsleven 6,9 procent. Dat betekent dat bij de overheid het gecorrigeerde loonverschil in 2022 verder is afgenomen. In 2020 ging het nog om een loonverschil van 2,9 procent. In het bedrijfsleven is het gecorrigeerde loonverschil de laatste twee jaar ongeveer gelijk gebleven.
Loonverschil groter aan de top
Het verschil tussen de uurlonen van mannen en vrouwen doet zich vooral boven aan de loonlijst voor. Mannen zijn vaker dan vrouwen topverdieners. In 2022 bedroeg het loonverschil tussen de 10 procent meestverdienende mannen en de 10 procent meestverdienende vrouwen bij de overheid 9,0 procent. In het bedrijfsleven ging het om een verschil van 23,9 procent. Bij de mannen en vrouwen die relatief weinig verdienden, was het gemiddelde verschil kleiner of zelfs iets in het voordeel van vrouwelijke werknemers.
Ook na correctie zijn de verschillen het grootst aan de top: 3,1 procent bij de overheid en 9,0 procent in het bedrijfsleven voor de 10 procent meestverdienenden.
Lees ook: ‘Vrouwen moeten stoppen met het zagen aan elkaars stoelpoten’
“Vrouwen moeten stoppen zichzelf met andere vrouwen te vergelijken, met het zagen aan de stoelpoten bij elkaar en met hun masculiene gedrag. Daardoor haken veel vrouwen die de ambitie hebben om door te groeien naar de top af en gaat er veel talent verloren.”