86.000 werknemers gingen in 2023 met pensioen. De gemiddelde pensioenleeftijd was 65 jaar en elf maanden en daarmee drie maanden hoger dan in 2022. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
Vanaf 2013 houdt de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers min of meer gelijke tred met de geldende AOW-leeftijd. Mede door de verhoging van de AOW-leeftijd loopt de pensioenleeftijd van werknemers dan ook steeds verder op. Alleen in 2021 was de pensioenleeftijd iets lager dan een jaar eerder.
Pensioenleeftijd omhoog
In 2023 was 74 procent van de werknemers op het moment van pensionering 65 jaar of ouder. Tien jaar daarvoor (2013) was dat 43 procent en twintig jaar geleden (2003) was 14 procent 65 jaar of ouder op het moment van pensionering. Destijds kon men nog gebruikmaken van vroegpensioenregelingen die na 2006 grotendeels zijn gestopt. In 2003 was bijna driekwart van de werknemers bij pensionering jonger dan 62 jaar. In 2023 was dat minder dan 6 procent.
In 2021 gingen ruim 200.000 mensen met pensioen. Daarvan had volgens het CBS 57 procent een jaar eerder loon of inkomen uit eigen onderneming als voornaamste inkomensbron. Ruim een kwart had een jaar eerder een socialezekerheidsuitkering. Deze stopt doorgaans bij het bereiken van de AOW-leeftijd.
Van de pensioengangers had 16 procent een jaar eerder geen eigen inkomen. Het gaat daarbij meestal om vrouwen die de AOW-leeftijd bereiken. Vanwege de toegenomen arbeidsparticipatie van met name vrouwen is dit aandeel zonder inkomen de afgelopen tien jaar met 12 procentpunt afgenomen, dus bijna gehalveerd. Het aandeel vanuit werk is daarentegen met 11 procentpunt toegenomen.
Hoeveel gepensioneerden zijn er?
Na de relatief sterke stijgingen van het aantal gepensioneerden in 2020 en 2021, met rond 50.000 per jaar, stabiliseerde het aantal gepensioneerden in 2022 en 2023 op krap 3,3 miljoen. Door de groei van de bevolking nam het aandeel gepensioneerden onder de totale bevolking licht af tot 18,3 procent in 2023. Dat geldt nog sterker voor het aandeel gepensioneerden onder 55-plussers. Dat nam vanaf het begin van deze eeuw jaarlijks vrijwel voortdurend af, vooral door de toegenomen arbeidsparticipatie onder ouderen. In 2023 was minder dan 54 procent van de 55-plussers in Nederland gepensioneerd tegen ruim 62 procent aan het begin van deze eeuw.