Van de 661.000 werknemers die gemiddeld per kwartaal in 2023 met ontslag gingen, had 59 procent drie maanden later weer werk. Bij werknemers die zelf ontslag hadden genomen, was dat met 69 procent hoger dan bij degenen die door de werkgever ontslagen waren (47 procent). Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
Uit Ontslag naar reden, initiatief en arbeidsmarktpositie in 2023 blijkt verder dat het ontslag in 2023 in de meeste gevallen op eigen initiatief was. Gemiddeld per kwartaal ging het om 67 procent (446.000) van de werknemers van wie de hoofdbaan beëindigd werd. 106.000 werknemers werden ontslagen. Bij 109.000 was onbekend of er sprake was van ontslagen worden of ontslag nemen.
Ontslag vanwege nieuwe baan
De wens voor een nieuwe baan of een eigen bedrijf was de meest genoemde belangrijkste reden voor ontslag (35 procent, 229.000 gemiddeld per kwartaal in 2023). Meestal had de werknemer daarvoor zelf ontslag genomen (217.000). Opleiding of studie was de op een na vaakst genoemde ontslagreden (17 procent), gevolgd door het einde van een tijdelijk contract (13 procent).
Werkloos
Na ontslag door de werkgever had iets meer dan de helft drie maanden later geen werk. 28 procent was daar wel naar op zoek, en ook beschikbaar. Zij tellen als werkloos. Bij de werknemers die op eigen initiatief met ontslag gingen, was een kleiner deel (12 procent) werkloos. Bij beide groepen waren ongeveer 2 op de 10 mensen niet op zoek naar werk, of niet beschikbaar. Zij worden dan niet meer tot de beroepsbevolking gerekend.
Lees ook:‘Medewerkers behouden is het nieuwe werven, maar dat dringt nauwelijks door bij werkgevers’
Werknemers die ontslag hadden genomen omdat ze een nieuwe baan of eigen bedrijf wilden, waren drie maanden later het vaakst weer aan het werk (85 procent). Bij overige redenen voor ontslag op initiatief van de werknemer hoorde een derde tot de niet-beroepsbevolking. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die hun baan hadden beëindigd vanwege opleiding of studie, hoge leeftijd of pensioen, of vanwege zorg of andere familieredenen.
Flexibele arbeidsrelatie
Zowel werknemers die ontslag kregen (62 procent) als degenen die ontslag namen (61 procent), hadden vaker een flexibele dan een vaste arbeidsrelatie. Werknemers die ontslag namen omdat ze een nieuwe baan of eigen bedrijf ambieerden, hadden het minst vaakst een flexibel dienstverband vóór ontslag (49 procent).
Bij ontslag door de werkgever hadden werknemers vaker een contract als uitzendkracht (18 procent) dan bij ontslag op eigen initiatief (10 procent). Bij ontslag op eigen initiatief waren werknemers vaker oproep- of invalkracht (25 procent). Oproepkrachten zijn veelal jongeren die hun baan vaak beëindigden vanwege opleiding of studie.