5 miljoen mensen in Nederland werken soms of meestal thuis. Dat is 52 procent van alle werkenden – iets meer dan tijdens corona. Dit blijkt uit cijfers over 2023 van het CBS. In geen enkele EU-lidstaat is dit percentage hoger.
De meeste mensen die thuis werken, werkten soms thuis, dat wil zeggen hooguit de helft van hun gebruikelijke arbeidsduur. Tussen 2021 en 2023 steeg dit met bijna 700.000, tot 3,8 miljoen. Daar staat tegenover dat het aantal mensen dat meestal thuiswerkt met ruim 600.000 daalde, tot 1,3 miljoen. Het totale aantal thuiswerkers groeide daardoor van 5,0 miljoen in 2021 naar 5,1 miljoen in 2023. Maar doordat het totale aantal werkenden sneller toenam, daalde het deel dat thuiswerkt van 54 procent in 2021 naar 52 procent in 2023.
Vooral ICT’ers werken thuis
Uit de Enquête beroepsbevolking van het CBS blijkt dat vooral mensen met een ICT- of met een creatief of taalkundig beroep het meest thuiswerken. In 2023 deden negen op de tien van hen dat meestal of soms. Ook relatief veel managers werkten thuis, maar zij deden dat vooral soms. In dienstverlenende beroepen en in transport of logistieke beroepen werd het minst thuisgewerkt.
In vrijwel alle beroepsklassen was er tussen 2021 en 2023 een verschuiving van meestal thuiswerken naar soms thuiswerken en nam het percentage thuiswerkers licht af. Het verschil was relatief groot bij pedagogische beroepen: 70 procent thuiswerkers in 2021 en 63 procent in 2023. Dit hangt samen met de coronamaatregelen in het onderwijs die in deze periode werden beëindigd.
Vijftien uur per week
In 2023 werkten thuiswerkers gemiddeld bijna twee volledige werkdagen (vijftien uur) per week thuis. Dat is iets minder dan de helft van al hun gewerkte uren. Opgeteld maakten alle thuiswerkuren bijna 20 procent uit van de gewerkte uren door alle werkenden. Zelfstandigen werkten relatief veel thuis: 30 procent van al hun gewerkte uren. Bij werknemers was dat iets meer dan 17 procent.
Nederland Europese koploper thuiswerken
Nederland neemt een koppositie in op het gebied van thuiswerken onder de EU-lidstaten. In 2022, het recentste jaar waarover internationale cijfers beschikbaar zijn, werkte een meerderheid van de werkenden in Nederland in meer of mindere mate thuis. Vooral het percentage werkenden dat aangeeft soms thuis te werken, is in Nederland relatief hoog. In andere landen met veel thuiswerkers, zoals Zweden, Finland, Luxemburg en Ierland, ligt juist het percentage dat meestal thuiswerkt hoger.
Lees ook: ‘Thuiswerken zorgt voor meer burn-outklachten’
Nederland telt steeds meer werkenden met burn-outklachten. Vorig jaar waren dat er 1,6 miljoen, tegenover 1,3 miljoen een jaar eerder. Auke Bijnsdorp van Top of Minds ziet het thuiswerken als boosdoener.