Het is een zonnige nazomerdag en er is behoorlijk wat activiteit op het water. Eén van de boten wordt bestuurd door Ronald Bonestroo. De voormalig sport- fotograaf is al enkele jaren visgids van beroep. Met zijn gasten gaat hij acht uur lang het water op. „De dikke snoeken en de blije gezichten van mijn gasten, daar doe ik het voor.” Deze zondagochtend waren een vader met zijn zoon uit Leusden te gast op de boot. Zij wilden een lekker dagje vissen gaan vangen. Om half negen voeren ze uit de haven. „Dan geef ik uitleg over de spullen, waar je ze neerlegt op de boot, zodat je veilig kunt lopen. Bij een kind van 12 vraag of zijn vader wil dat zijn zoon een zwemvest draagt. Onder de 10 jaar krijgt standaard een zwemvest aan. Het water is nu 19 graden, dus wie ouder is, kan hier gewoon zwemmen.”
De fishfinders, Bonestroo noemt het dieptemeters, geven aan dat het randmeer gemiddeld tussen 2 en 2,5 meter diep is. Ze zijn vandaag het Veluwemeer op gegaan. Het is schitterend weer en windstil. In de luwte kun je goed vissen, weet Bonestroo. Gedurende acht uur op het water vingen ze een flink aantal snoeken, waaronder een ‘grote dame’ van 1,14 meter en een baars. „De randmeren zitten vol met snoek, dat is hier de meest voorkomende roofvis. In het verleden hebben ze hier snoek uitgezet en er is veel brasem afgevangen vanwege het fosfaat en omdat het water helderder moest worden. Vroeger zat hier ook veel snoekbaars, maar die houden van troebel water en de snoek heeft ze verdrongen.”
De Harderwijker (44) is al langer visgids, maar deed dit als hobby, naast zijn werk als sportfotograaf. „Ik fotografeerde betaald voetbalwedstrijden in de Eredivisie, Eerste divisie, Europese wedstrijden en het Nederlands elftal. Ik kwam op plekken waar anderen niet komen. Verder deed ik portretfotografie en bruiloften en regionale sport voor de krant. Onder tijdsdruk in de hectiek een product afleveren, dat vond ik fantastisch. Ik was hartstikke druk met fotografie, eigenlijk te druk. 20 december 2017, voor de bekerwedstrijd in Enschede tussen FC Twente en Ajax, stond ik bij Deventer in de file. Iemand had die file niet gezien en ik werd van achter vol aangereden. Ik had een ordinaire whiplash en nek- en schouderklachten. Ik heb sindsdien elke dag de hele dag hoofdpijn, daar kom ik niet meer van af. Ik werd beperkt en vooral het reizen werd heel zwaar. Ik was nachten weg van huis, zat in hotels en ik zat oververmoeid in de auto. Het werd steeds moeilijker om focus te houden. Dat werd gewoon gevaarlijk.
Bonestroo moest een keuze maken, hij wilde de fotografie afbouwen en vaker het water op gaan. Door corona werd dat met een jaar vervroegd. Bij de eerste lockdown viel al zijn fotografiewerk weg, maar hij mocht ondanks de maatregelen wel met gasten het water op. „Ik had een Facebookpagina gemaakt voor mijn gidsbedrijf en het liep storm. Toen het nog hobby was, nam ik voor niets gasten mee, maar toen ik er geld voor besloot te vragen, bleef het hard gaan. Ik besloot om fulltime te gaan gidsen. Dat gaat me een stuk beter af. Op het water krijg je ook prikkels omdat je constant om je heen moet kijken. De grootste verandering is dat ik niet meer oververmoeid in die auto zit. Mijn camera’s heb ik verkocht, dat mis ik door alle regeltjes geen seconde.”
Visgids zijn is een kwetsbaar beroep. Je wordt afgerekend op alles wat je fout doet, niet op wat je goed doet. Net als in de fotografie is ook tussen visgidsen haantjesgedrag, ziet hij. „De Veluwerandmeren zijn één van de populairste snoekwateren van Nederland. Veel visgidsen komen hierheen. Wij vangen gewoon goed en mensen vinden het gezellig op de boot. Ze komen terug en tussen de middag verzorg ik wat eten, vandaag een broodje bal. Mensen komen om een leuke dag te hebben en het liefst ook nog wat te leren. Het gaat om natuurbeleving en uitleg wordt gewaardeerd.”
Afgelopen zomer is zijn visboot weinig uitgevaren, het was simpelweg te warm. „Snoeken zijn sprinters, ze halen 40 kilometer per uur. Daarbij verbruiken ze veel zuurstof en het water bevat met die warmte een stuk minder opgelost zuurstof. Dan kan het zijn dat ze de vangst niet overleven omdat ze niet herstellen. Als vissers zijn wij natuurliefhebbers, het is altijd ‘catch & release.’ Ik moet nu wel wat inhalen, in plaats van drie of vier keer per week varen we nu vijf dagen per week uit. Van 1 april tot de laatste zaterdag van mei is het seizoen gesloten. Tel daarbij een maand uitval op en je moet het in negen maanden verdienen. Ik kan zo’n 180 dagen per jaar varen en een dag op het water levert mij 299 euro op. Daar word ik niet rijk van, want een boot geeft genoeg kosten met de huidige benzineprijzen en het onderhoud, en ik heb veel geïnvesteerd in de apparatuur. Maar ik vind het leuk om te doen en ik kán dit ondanks mijn beperkingen doen. Het leven op het water is heerlijk, je hebt altijd wat te zien en het voelt een beetje als vakantie. Je ontmoet elke keer andere mensen. Mijn gasten komen uit Nederland, maar ook uit België, Duitsland en Engeland. Met slecht weer denk ik soms ‘Waar ben ik mee bezig?’ maar als ik dan weer een dikke snoek vang of de blije gezichten van mijn gasten zie, dan weet ik waarvoor ik het doe. Ik weet niet of het leuk blijft, maar ik geniet nu van elk moment op het water.”